Groenmarktkerk Haarlem

Overweging: Willibrorddag

Door diaken Rob Mascini.

Zusters broeders,

We waren een landje van vechters en jagers. Er stond nog geen koe in de wei. Een landje van bossen en moerassen. En dan komen daar die vreemde missionarissen, paters uit Engeland en Ierland. Ze gaan kerken bouwen en scholen. Ze gaan voor de zieken zorgen. Ze leren ons dijken bouwen en varkens en kippen houden. Graan verbouwen, groente en fruit. De jagers worden boeren. En rond de kerken en de scholen en de kloosters komen er steden. Nering en handel. Armoede verdwijnt. En wat ook verdwijnt zijn die oude goden, de afgoden van weleer. De kleine kerkjes door Willibrord gebouwd worden, kathedralen. En de kerken zitten vol. En heel de gemeenschap ademt christendom. Wat waren we trots op onze kathedralen en onze kerken. Wat waren we trots op onze kerkelijke verenigingen. Sport, politiek, bedrijfsleven, de pers, overal waren we aanwezig.

En nu, in een paar generaties lijkt alles anders geworden. De kerken worden leger en leger. De klokken zwijgen. We maken het hier zelf met zoveel pijn mee. En nu lijkt het weer net als toen. Weer komen er priesters van ver weg. Net als Willibrord. De rollen zijn omgekeerd. Jarenlang zonden wij priesters, broeders, zusters en ook vele gewone gelovigen naar Indonesië, Afrika, Latijns Amerika. En wat waren we, zijn we, trots op hen. Ze hebben het christendom over de wereld verspreid, samen met missionarissen uit vele andere landen. Zij hebben de wereld laten zien dat christendom liefde betekent…. Wil je in God geloven… houd dan van mensen.. Vandaag is Jezus heel fel en vol kritiek op de kerkleiders die meer van zichzelf houden dan van de mensen voor wie ze zorg zouden moeten hebben. Ze zijn vooral bezig met hun eigen gelijk, hun status en met mooie praat.

Als de paters een keer op verlof kwamen en hun verhalen vertelden in de kerk, op school, dan viel me altijd op dat onze paters, broeders, zusters heel goed konden timmeren, metselen, les geven, kleren maken, ze waren ook dokter, verpleegkundige, sociaal werker, boer, tuinder. En ze bouwden niet alleen een kerk, maar ook een school, een ziekenhuis, ze maakten waterpompen, kanalen, leerden mensen het land bewerken, koeien houden. En wat me vooral opviel was dat ze zo vol liefde over de mensen spraken. Ze hielden van de mensen daar in dat vreemde land. En binnen no-time spraken ze hun taal. Allemaal net als Willibrord.

Kerkzijn en naar de kerkgaan was vele jaren en eeuwen in ons land vanzelfsprekend. Vaak ook een feest met heerlijke muziek en zang. Eigenlijk zoals het op veel plekken in de wereld nog is. Ik heb het zelf in Afrika meermaals mogen meemaken. De mis begon om 9.00u (als de kerk vol was) en de zegen was om 12.00uur. Het was drie uur lang klappen, zingen, dansen, trommelen. En wat het langste duurde was de collecte. Die duurde zeker een uur, Want in de collecte werd van alles voor het altaar al dansend neergelegd… rijst, olie, brood, kleding, luiers. Alles voor de armen in het dorp.

Nu kan ik heel negatief zijn en boos zeggen dat ik me herken in het eerst gedeelte van het evangelie van een paar zondagen geleden. Jezus was teleurgesteld en boos. Veel mensen trokken zich niets aan van de uitnodiging om naar de feestzaal te gaan. Daar werd het feest van de liefde gevierd. De klokken luiden, maar ieder gaat naar zijn eigen akker en zijn eigen zaken. In onze dagen heeft men geen boodschap meer aan de kerk. Sport, boodschappen doen, uitslapen het is allemaal veel belangrijker. Maar zo wil ik niet praten. Ik denk aan die mensen die de uitnodiging lieten schieten en naar hun zaken en hun akkers gingen…. Maar die zaken gaan niet altijd goed.. en die akkers brengen niet altijd vruchten op… Dat zien we ook in onze eigen omgeving. Zoveel van die rijkdom in ons landje is schone schijn…. De zaken gaan goed, maar de mens is eenzaam, alleen, bang of vol zorg om vader, moeder, het gezin, hoeveel verdriet is er niet in veel gezinnen om een kind, een relatie die uit is. En precies daar begint onze missie.

Dat leren we van Willibrord lang geleden Dat leren we van onze eigen missionarissen, nog niet zo lang geleden, broeders, zusters, paters…. Ga naar die mensen toe, deel hun verdriet, hun zorg, laat zien dat je van hen houdt… goed of slecht… het maakt niet uit zegt Jezus … ieder mag er zijn… We hoeven hier geen ziekenhuizen te timmeren, geen waterpompen te slaan en scholen hebben we ook. Maar we kunnen wel de zieken bezoeken, scholen zijn er genoeg, maar hoeveel kinderen gaan zonder ontbijt ’s morgens de deur uit? Een pracht project van onze Antoniusgroep. En we kennen allemaal de mensen die wegzinken in verdriet en zorg om een kind of een oudere vader of moeder, of iemand die zijn/haar liefste kwijt is. Wat is in onze geloofsgemeenschap zorg voor mensen belangrijk. Ik zou zo graag willen dat hier van bovenaf meer bemoedig voor kwam, meer inspiratie en ondersteuning. Dan worden we als kerk meer zichtbaar in de samenleving. Dat als onze kerkdeuren openstaan de mensen niet alleen maar weten: daar komen mensen bijelkaar die bidden…. Maar vooral weten… daar komen mensen bijelkaar die van ons houden.

Weet u… bij iedere eucharistieviering klinkt drie maal: “De Heer zal bij u zijn”. Dat klinkt bij het Evangelie… daar is Jezus echt aanwezig.. daar horen wij zijn stem… Bij het begin van het tafelgebed.. in Brood en wijn mogen we hem herkennen.

En tenslotte bij de zegen… “Ga dit is je zending””Ite missa est”… Als de viering afgelopen is begint onze zending… “Ga naar de hoeken van de straten, naar de huizen van de mensen, zoek de lammen en de blinden, de doven, de weduwen en de weduwnaars, de ouden en de zieken, de kinderen en de jeugd, de goeden en de slechten… houd van hen… Ga, dit is je missie. En ik… ik zal bij je zijn.