Het Nieuwe Jeruzalem
Overdenking op 28 november 2021, de eerste zondag van Advent bij de lezingen:
1e lezing Jeremia 33, verzen 14-16
2e lezing 1 Tessalonicenzen 3, verzen 12-13, en 1 Tess 4, verzen 1-2
3e lezing Lucas 21, verzen 25-28 en 34-36
Door Elly Mulder | Straatpastor bij Stem in de Stad
Inleiding
Toen ik aan mensen in de daklozenwereld vertelde dat ik vandaag een overdenking mocht
doen in de Groenmarktkerk, vonden de meesten dat heel leuk. Het was dan ook
hartverwarmend om hier vorige week zondag tijdens de viering een aantal bekenden te zien.
En ik weet dat op de middagen als de kerk open is voor hen die de stilte zoeken, ook veel
vrienden ‘van de straat’ hier naar binnen gaan. Als straatpastor vind ik dat heel mooi.
Nadat ik dit verteld had, kwam er een man naar me toe die ik goed ken. Hij is eind 50 en
afkomstig uit Portugal. En het is een echte ‘buitenslaper’ – iemand die de daklozenopvang
wel in mag, maar niet in wil. Deze man komt bijna dagelijks bij Stem in de Stad. Altijd
vriendelijk, rustig. We zien hem graag komen. Hij praat zacht, in het Engels. En hij wilde me
iets vertellen – over Antonius van Padua, u wel bekend.
Want, vertelde hij, die Antonius die in Padua begraven ligt en waarvoor daar zo’n mooie
basiliek is gebouwd, die Antonius komt helemaal niet uit Italië.
Die Antonius werd in de dertiende eeuw geboren in Lissabon – net als hijzelf.
Sterker nog, zijn naam was helemaal niet Antonio maar Fernando – net als hij.
Nu is dit iets wat in uw geloofsgemeenschap ongetwijfeld goed bekend is. Maar ik had
beloofd aan ‘onze’ Fernando om dit hier te vertellen. En die belofte is bij deze vervuld.
Maar, het is ook een aardig bruggetje naar iets wat ik graag wil benadrukken. En dat is dat
mensen op meerdere manieren gekend worden. Mensen zijn niet enkelvoudig. Ons leven
kent verschillende facetten, verschillende rollen – en soms ook meerdere manieren waarop
we werkzaam of dienstbaar zijn.
De wereld plakt op ons soms een etiket: directeur, dominee, dakloze. Maar dat doet ons
altijd tekort. Zelfs de naam waaronder we bekend staan, kan een andere zijn dan de naam
zijn waarmee we geboren werden. In de daklozenwereld komt dit zelfs vrij vaak voor.
Nu is dit een vrij lange introductie om u te vertellen dat ik niet alleen werkzaam ben als
straatpastor. Ik ben ook religiewetenschapper en in dat kader doe ik promotieonderzoek aan
de Universiteit Leiden. Ik houd mij daar bezig met kerkhistorisch onderzoek. Voor wie daarin
geïnteresseerd is: ik mag daar graag lang en uitgebreid over vertellen. Maar dat kan beter
wachten voor een andere gelegenheid.
Waarom ik het vandaag toch noem: omdat ik in mijn onderzoekstraject veel bezig ben met
de theologie van een 18-eeuwse Zweed. Zijn naam is Emanuel Swedenborg. Ook hij wordt
gekend in verschillende rollen: de eerste helft van zijn leven was hij een eminent
wetenschapper, later – na een transformerende mystieke ervaring – wijdde hij zijn leven aan
het schrijven van theologische boeken. In deze boeken biedt hij een theologisch perspectief
aan dat ik inmiddels zeer ben gaan waarderen. En dat een nieuw, ander licht laat schijnen
over de teksten die we vandaag met elkaar gelezen hebben.
Vandaag wil ik het daar graag met u over hebben. Nu valt Swedenborg binnen de
religiewetenschappen onder rubriek ‘esoterisch christendom’, dus ik waarschuw alvast
vooraf: zet u schrap.
Maar! Wat een prachtige teksten hebben we vandaag gelezen! Ik ben vereerd en dankbaar
dat ik hier over mag hebben. En vooral op deze bijzondere zondag – de eerste zondag van
Advent waarop we verlangend uitkijken naar de geboorte van het Licht in het wereld. En
heel bijzonder is dat vanavond als de zon ondergaat het Joodse feest Chanoeka begint. Ook
een feest waarin Licht centraal staat.
Over de teksten
Als we beginnen met de tekst uit Jeremia: een prachtige aankondiging van de komst van een
Koningskind. En, zegt Jeremia in vers 16:
“In die dagen wordt Juda gered en is Jeruzalem veilig.
En de stad zal heten: Heer, onze gerechtigheid.”
Jeremia brengt ons een belofte: dat er een afstammeling van David komt om te regeren. Een
rechtvaardig en eerlijk Bestuurder. En hij brengt dat in verband met Jeruzalem, de stad die
zal heten: Heer, onze gerechtigheid. Het is een tekst die ons uit een ver verleden wordt
aangereikt. Over een tijd die dan nog moet komen. Een hoopvolle belofte waarvan we nu
mogen weten dat die Hoop waarheid is geworden. Het Koningskind is geboren. De Heer is in
de wereld gekomen.
Maar hoe zit dat met die stad, dat Jeruzalem?
Luisteren we naar de evangelist Lucas. In hoofdstuk 21 horen we de woorden die Jezus tot
zijn leerlingen sprak. Ook over een tijd die dan nog moet komen.
Een tijd waarin er tekenen zullen zijn aan zon, maan en sterren.
Een tijd van angst en radeloosheid.
“De mensen zullen het besterven van schrik,
in spanning om wat de wereld gaat overkomen.”
Een pittige tekst – en dat nu,
in een spannende tijd – met een virus dat over de hele wereld gaat.
En de vraag – waar gaat het heen? Waar gaat de wereld heen?
Maar, zegt Jezus dan, zoals opgeschreven door Lucas,
“Dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op een wolk,
met macht en grote heerlijkheid.
“Wanneer zich dit alles begint te voltrekken,
richt je dan op en hef je hoofd omhoog
want je verlossing komt nabij.”
‘Wees niet bang, het komt goed’ – dat is eigenlijk de strekking van deze woorden.
Gevolgd door een vermaning:
‘wees waakzaam en bidt. En zorg dat je geest niet afgestompt raakt.’
En dat is natuurlijk heel goed advies in alle tijden.
De Openbaring van Johannes
Nu verhaalt Lucas hier over de Parousia, ofwel de Tweede Komst of Wederkomst van Jezus.
Onder christenen is dit een ingewikkeld theologisch concept.
Jezus Zelf vertelt aan zijn leerlingen dat Hij terugkomt –
‘op een wolk, met macht en grote heerlijkheid.’
En daarmee wijst deze tekst naar een ander Bijbelboek, De Openbaring van Johannes, ook
wel kortweg Openbaring of Apocalyps genoemd. Het is het laatste boek in de Bijbel. Hierin
worden de gebeurtenissen rondom die Wederkomst beschreven.
Nu is Openbaring een wat lastig boek. We hebben het er niet vaak over – en al helemaal niet
tijdens vieringen. En dat is best begrijpelijk, want het is een moeilijk verhaal: de tekst
beschrijft allerlei angstaanjagende visioenen en gebeurtenissen. Er komen draken in voor, en
andere enge beesten, en allerlei natuurrampen, aardbevingen, de maan kleurt bloedrood –
Echt, als het een film zou zijn, dan hoefde ik ‘m niet te zien.
Nu heeft dit boek in de loop der jaren aan heel veel speculatie en angst voeding gegeven. Er
zijn allerlei zogenaamde Eindtijd-scenario’s bedacht – en de een nog enger dan de andere.
Ook staan er regelmatig ‘onheilsprofeten’ op die in gebeurtenissen van vandaag aanleiding
zien om de Wederkomst van Jezus op korte termijn te verwachten. Op een heel letterlijke
manier. En dat leidt dan soms tot allerlei vervelende of verdrietige gevoelens of acties.
Gelukkig is daar Emanuel Swedenborg die zegt:
Dat hele verhaal over de Wederkomst zit anders in elkaar.
Ik wil graag hier één van zijn ideeën presenteren.
Het gaat over die stad, weet u nog? Waar Jeremia het over had.
Het Nieuwe Jeruzalem
De Openbaring van Johannes vertelt onder andere over de komst van een nieuwe Hemel en
een nieuwe Aarde. In hoofdstuk 21 gaat het over een nieuwe stad die uit de hemel zal
neerdalen: Het Nieuwe Jeruzalem.
Het is een enorm grote stad die uit de hemel neerdaalt.
Een stad met muren van edelstenen en straten van zuiver goud.
U begrijpt: als straatpastor gaat mijn hart hiervan sneller kloppen.
De stad heeft 12 poorten en bij iedere poort staat een Engel.
En de huizen in deze stad hebben daken die doorzichtig zijn.
Ziet u het voor zich?
Wat symboliseert die stad, dat Nieuwe Jeruzalem?
Volgens Swedenborg gaat het om het indalen van een nieuw besef in de mensheid.
Het besef dat geloof en naastenliefde hand in hand gaan.
Het ware en het goede horen bij elkaar –
geloof en naastenliefde – het een is niets zonder het andere.
En, zegt Swedenborg: dat Nieuwe Jeruzalem – het indalen van dat besef – is al begonnen.
Daarmee is de Apocalyps bij Swedenborg helemaal geen eng verhaal. Integendeel!
Geen dramatische gebeurtenis voor een spannende tijd. Juist niet.
Het is het langzaam maar gestaag groeiende – ‘indalende’ – besef bij steeds meer mensen dat
God de Liefde en het Leven Zelf is. En dat die Liefde vorm krijgt in het omzien naar elkaar. In
het dienstbaar-zijn aan elkaar.
Volgens Swedenborg vormt dit besef de basis voor een nieuwe kerk, of misschien beter
gezegd: een nieuwe vorm van kerk-zijn. Van gemeenschap-zijn. Voorbij de scheidslijnen en
het hokjes-denken van oudsher. Het Nieuwe Jeruzalem is een stad van Liefde, van
inclusiviteit, van uitzien naar een gezamenlijke toekomst voor iedereen die erbij wil horen.
Een stad waarin iedereen een plek heeft, en niemand – niemand! – op straat hoeft te leven.
Naar de brief van Paulus
Daarmee komen we bij die andere tekst die we vandaag gelezen hebben, de brief van Paulus
aan de Thessalonicenzen. Waarin hij zegt:
“Moge de Heer u overvloedig doen toenemen in liefde voor elkaar en voor alle mensen.”
Let op, er staat niet: wordt meer liefhebbende mensen.
Nee, er staat: Moge de Heer u overvloedig doen toenemen in liefde voor elkaar.
Anders gezegd: geef God de ruimte in uw leven, zodat Hij kan invloeien om u meer liefde
voor elkaar te laten ontwikkelen. Want alle ware liefde komt van God.
Vandaag, op deze prachtige eerste Adventszondag waarin we uitkijken naar de geboorte van
het Licht in de wereld, wordt dit licht ook in ons geboren.
Deze nieuwe stad die uit de hemel neerdaalt, krijgt ook in ons leven gestalte.
Een stad waarin wij nieuwe mensen zijn die leven in liefde met elkaar en met God.
Een stad zonder ‘etiketten’ – directeur, dominee, dakloos…
Een stad waarin we allen kind van God zijn,
wie we ook zijn,
waar we ook vandaan komen,
onder welke naam we ook gekend worden.
Dat is waar het Nieuwe Jeruzalem voor staat.
Dat is de belofte die ons toevalt,
de belofte die wij vandaag weer mogen horen,
via Jeremia die de komst van een Koningskind beloofde,
via Lucas die ons vertelt over Jezus Christus en over de belofte van Zijn Wederkomst,
en via dat ingewikkelde Bijbelboek Openbaringen.
Het enige dat van ons gevraagd wordt, zegt Paulus:
waakzaam blijven, niet geestelijk afstompen,
en vooral overvloedig blijven toenemen – blijven groeien – in de liefde voor elkaar.
Want die hemelse stad begint van binnen – in ons hoofd en in ons hart.
Die stad is eigenlijk de ene en enige Kerk die er echt toe doet.
En in die stad in ons, het Nieuwe Jeruzalem van Jezus Christus God en Zaligmaker, is het
Heer Zelf die regeert,
wiens Rijk zal zijn in de eeuwen der eeuwen,
overeenkomstig de voorzegging,
zoals het ons beloofd is.
Amen